1 Petrus 5
Petrus, die zijn brief dicteert aan Silvanus, richt zich aan het eind van zijn speciaal aan de oudsten van de gemeenten in Rome en spoort hen aan ijverige maar zachtmoedige herders te zijn over de kudde die door God onder hun hoede is geplaatst.
De overige lezers roept hij op om zich te omgorden met nederigheid, jegens elkaar en jegens God die hen te zijner tijd zal verhogen. Ze moeten de tegenpartij weerstaan in de wetenschap dat hun roeping tot Gods eeuwige heerlijkheid in Christus werkelijkheid zal worden.
Hij ëindigt zijn brief met het vermelden van zijn thema ('de ware genade van God') en met het overbrengen van groeten en een zegenbede