Leviticus 14:1-9
Overige teksten: Hebreeën 10:5-10; 1 Johannes 1:7; Leviticus 16:10-22; Leviticus 14:10-19; Johannes 1:29; 1 Koningen 4:33; Jesaja 1:18; Romeinen 8:4, 12
De offers die in het Oude Testament genoemd worden laten zien, God wil, dat de relatie tussen Hem en zijn volk, die zo vaak verbroken wordt - omdat het volk net als alle mensen vaak een heel andere weg wil gaan dan God - weer hersteld wordt. Steeds weer opnieuw. Maar ze verwijzen ook naar een toekomst, waarin er een definitief herstel zal plaatsvinden. Alle offers zijn bovenal een verwijzing naar Jezus, die zonden van de wereld zal dragen (Hebreeën 10:5-10). Hij brengt een definitief herstel als Hij het Ko'oninkrijk van God op aarde brengt.
Er zijn twee offfers waarbij niet één, maar twee offerdieren een rol spelen:
De huidziekte waarvan hier sprake is, wordt in oudere vertalingen melaatsheid genoemd, dat wij vaak aanduiden als lepra. Of het hier om deze ziekte of een andere even ernstige ziekte is niet met zekerheid te zeggen. Modernere vertalingen sprken over 'huidvraat' of 'een onreine huidziekte'. Iemand die aan deze ziekte leed, was in Israël ene uitgestotene. Hij leefde afgezonderd van alle mensen, was afhanelijk van hulp die anderen hem gaven, zonder in zijn directe nabijheid te komen of hen aan te raken, en de zieke was ook de toegang tot het huis van God ontzegd. In deBijbel is dit een beeld van de mens, die door de zonde ten dode is opgeschreven en vervreemd is van het leven met God - totale verlorenheid.
Deze handelingen vinden plaats
In het mengsel van water en bloed werden ook een stuk cederhout, scharlaken en hysop, gedompeld. Het cederhout en de hysop werden door Salomo gebruikt om de grootheid van Schepper, weerspiegeld in het grootste en het kleinste van de schepping, te bezingen. Hier zijn ze verbonden door 'scharlaken', een rode kleurstof die in Jesaja 1 gebruikt wordt als een symbool voor de zonde. Zo zijn deze drie dingen samen een beeld van het menselijk leven: weliswaar voortgebracht door de Schepper, maar bezoedeld met de zonde. Maar dit wordt ondergedompeld in het water met bloed - als het ware ééngemaakt met de beide vogels - om vervolgens de genezen persoon met dit water te besprenkelen. Daarmee wordt hij rein verklaard. Je zou kunnen zeggen: wie in Jezus gelooft, wordt één gemaakt met Jezus in Zijn dood en in Zijn opstanding. Hij gaat als het ware een nieuwe werkelijkheid in: leven met Jezus, één geworden met de opgestane Heer, die hij/zij beter mag leren kennen om aan Hem gelijkvormig te worden.
Er vinden nog een aantal handelingen plaats, voordat de ceremonie voltooid is. Dat heeft te maken met het feit, dat de bedoeling van dit offer niet alleen is, de zieke genezen te verklaren. Het doel is vooral: de herstelde zieke een plaats te geven die hij voorheen niet had: in de gemeenschap van Gods volk en in Gods huis. Daartoe moest de persoon in kwestie nog een week tijd voor zichzelf nemen ter overdenking. Daarna werd een hersteloffer - één van de vijf grote offers bij de Israëlieten - gebracht. Tot slot werd er wat van het bloed van het hersteloffer gestreken aan de rechteroorlel, de rechterhand en de rechter grote teen van de hersteklde persoon. Sot slot werd er ook wat olie op dezelfde plekken gestreken en als er nog wat olie over was, werd dat op zijn voorhoofd gestreken. Een symbolische handeling: zijn oor zou voortaan bestemd zijn om te luisteren naar het Woord van God, zijn hand om het werk te doen dat God hem te doen gaf en zijn voeten zouden hem voeren op de weg van de Heer. Het was een oproep om zijn leven aan God te wijden.
Dit offer heeft alles in zich wat ook bij de christelijke doop van belang is. De doop wordt in de Bijbel toegepast op mensen die tot geloof in Jezus gekomen zijn. Maar zij moeten er ook zelf voor kiezen: Laat u dopen! Bij Paulus, in Romeinen 8:4-12) is de doop een symbool van onze eenheid met Jezus: met Hem begraven in de dood en met Hem opgestaan in een nieuw leven. Maar dat vraagt tegelijk een keus van ons: Stel jezelf ten dienste van God. En dat is wat de doo verbeeldt: mensen getuigen van hun verlossing, maar verklaren tevens: ik wil dienstbaar zijn aan God en zijn huis. Eigenlijk vergelijkbaar met de rituele wassing (van het gehele lichaam) die de priesters in het Oude Testament ondergingen. Zij waren als priesters geboren maar ze aanvaardden hun ambt op 30-jarige leeftijd door deze "doop". Zo zijn wij opnieuw geboren toen we tot geloof kwamen. We zijn kinderen van God geworden en God heeft ons aangesteld als priesters. En door de doop geven we te kennen, dat we deze roeping aanvaarden.