Filippenzen 4:4-9
Natuurlijk kun je doen alsof je altijd maar blij bent! Je ontkent de moeiten die je ervaart en negeert de tegenslagen. Maar anderen zullen gauw genoeg in de gaten hebben, dat je blijdschap maar een dun laagje vernis is en diepgang mist. Maar iemand die zelf de moeilijkheden kent die het leven nu eenmaal met zich meebrengt en die strijd en angst ervaren heeft, kan met recht zeggen wat echte vreugde is. Zo iemand is de apostel Paulus.
Toen hij tijdens zijn reizen in Filippi kwam, werd hij al gauw in de gevangenis gestopt en gegeseld. Maar 's nacht zongen hij en zijn vriend Silas Gods lof in de gevangenis. En toen hij later vanuit een andere gevangenis een brief schreef aan de christelijke gemeente die in Filippi ontstaan was, werd dat de meest optimistische brief die iemand vanuit dergelijke omstandigheden kan schrijven: een brief over vreugde, over blijdschap onder alle omstandigheden.
In een paar zinnen geeft hij ons handvatten om te groeien in blijdschap - niet een vreugde over de omstandigheden waarin we verkeren, maar een vreugde die er altijd is - omdat God, de God van de vreugde, de God van de vrede, altijd nabij is.