Jesaja 6:1-8
Openbaring 4:1, 8
Søren Kierkegaard, een 19e-eeuws Deense filosoof, protestants theoloog en cultuurcriticus, vertelt een verhaal over eenden die ter kerke waggelden, een fantastische preek van de eendenvoorganger over de zegen dat God eenden had toegerust met geweldige vleugels, waardoor geen enkele plek op aarde onbereikbaar voor hen was. Na afloop spraken de eenden met elkaar over de geweldige preek van de voorganger, terwijl ze weer naar huis waggelden. Hoe kunnen wij voorkomen, dat ons datzelfde overkomt?
De meest genoemde eigenschap van God is de Bijbel, meer dan 600 keer genoemd, is: heiligheid. In twee teksten wordt het zelfs drie keer achter elkaar gezegd. Dat geeft aan dat hij volkomen heilig is. God is liefde, God is genade, enz. In dat rijtje past niet heilig als een afzonderlijke eigenschap. Hij is heilig in zijn liefde, heilig in zijn genade, heilig in zijn geduld. Zijn heiligheid maakt Hem van een totaal andere orde dan al het geschapene. Het toont Hem als de Unieke, die zijns gelijke niet heeft.
Door dit visioen ontdekte Jesaja dat God op de troon zit en de controle houdt, ook zijn volk slechte dingen doet of door verschirikkelijke rampen getroffen worden. Maar hij ontdekt in de heiligheid van God zijn eigen onreinheid. God ontmoeten maakt je bescheiden en nederig. Als je dat bij jezelf ontdekt, wil je daar wat aan gedaan hebben. God staat al klaar om er wat aan te doen. Een engel raakt Jesaja's lippen aan en hij wordt gereinigd.
In het Oude Testament werden daarvoor dieren geofferd. In het Nieuwe Testament neemt Jezus die taak op Zich.
Na de reiniging wordt er een oproep gedaan - en hij reageert spontaan: Zend mij, gebruik mij! Zo wil God ook met ons omgaan. Jesaja's voorbeeld om on der de indruk van Gods heiligheid een keuze te maken, nodigt ons uit om Gods heiligheid te leren kennen uit dankbaarheid te kiezen om in elk situatie te vragen naar en te kiezen voor de weg die God ons wijst.