Matteüs 16:13-23
Lucas 22:31-34
Johannes 21:1-3, 15-19
Als Jezus aan zijn leerlingen vraagt wie Hij volgens hen is, noemt Petrus Hem: Messias. En Jezus toont hem, dat God hem een taak geeft in Zijn Koninkrijk. Maar een paar zinnen later loopt Petrus God al voor de voeten in zijn enthousiasme om het voor Jezus op te nemen.
Vlak voordat Jezus gevangen zal worden genomen, zegt Jezus dat Hij voor hem gebeden heeft, dat satan geen vat op hem zal krijgen. En opnieuw antwoord Petrus heel enthousiast, dat hij alle sovor Jezus over heeft.Om Hem in de avond die komt, drie maal te verloochenen.
En toch komt God tot zijn doel met Petrus. Er is wel een gesprek tussen Jezus en Petrus voor nodig. Daar is Petrus niet meer overmoedig. Hij durft niet te zeggen, dat hij Jezus net zo lief heeft, als God hem liefheeft. Maar wel dat hij van JEzus houdt ak van een vriend. En dat is een goed uitgangspunt voor Jezus om met Petrus verder te gaan. Zou dat voor ons anders zijn?