De laatste zondag voor Pasen wordt wel Palmzondag genoemd. Het is de dag dat Jezus door de inwoners van Jeruzalem met gejuich wordt begroet en als een koning de stad wordt binnengeleid.
‘Dankdag voor gewas en arbeid’ – terwijl Nederland nog half in de ban van Halloween is, en alweer bijna in de ban van Sinterklaas, is er maar weinig aandacht voor dit kerkelijke feest, dat altijd valt op de eerste woensdag van november.
Bij de Israëlieten begon het godsdienstige jaar met een feestweek, Pesach, waarin feitelijk drie feesten gevierd werden: Pesach, het Feest van het ongedesemde brood en het opdragen van de 'de eerste schoof', in de vertaling vaak aangeduid als de Eerstelingsgave. Er is op deze site al vaker in het kort over geschreven. Deze keer een wat uitgebreider studie over 'de eerste schoof'.
De zondag voor Goede Vrijdag en Pasen is de dag waarop de kerk nadenkt over de triomfantelijke intocht van Jezus in Jeruzalem, rijdend op een ezel. Wat gebeurt daar nu eigenlijk?
Donderdag, de veertigste dag na Pasen, is het Hemelvaartsdag. Dan gedenken we het feit, dat Jezus naar de hemel is gegaan. Het is opmerkelijk, dat Lucas, een volgeling van Jezus die pas tijdens de zendingsreizen van Paulus in beeld komt, het verhaal twee keer vertelt.
We zijn inmiddels halverwege de adventstijd. Een feest dat niet in de Bijbel voor komt maar toch met een heel oude christelijke traditie. Wat betekent advent eigenlijk en waar komt het vandaan?