Op Vaderdag worden veel vaders net wat meer verwend dan normaal. Lieve woorden, een leuk cadeautje, of misschien wel gewoon wat extra tijd samen. In de Bijbel lezen we ook over vaders – zowel over hun sterke als hun zwakke momenten. Wat leert de Bijbel ons over vader-kindrelaties?
En iedere dag wandelde Mordechai langs de voorhof van het vrouwenverblijf om te weten te komen hoe het met Ester ging en wat er met haar zou gebeuren.
Ester 2:11
Ester had geen vader en moeder meer. Mordechai was haar oom, die haar als dochter had aangenomen (Ester 2:7). Of hij zelf kinderen had gekregen, weten we niet. Was hij daardoor minder ‘vader’, minder betrokken, minder verantwoordelijk? Nee. Mordechai dacht elke dag aan Ester, en wilde zeker weten dat het goed met haar ging.
Jozef werd wakker en deed wat de engel van de Heer hem had opgedragen: hij nam zijn vrouw bij zich, maar hij had geen gemeenschap met haar voordat ze haar zoon gebaard had. En hij gaf Hem de naam Jezus.
Matteüs 1:24-25
Ook Jozefs vaderschap had een ongebruikelijke voorgeschiedenis. Toen bleek dat Maria zwanger was, dacht hij erover om haar in stilte te verstoten; dat zou voor hen beiden het beste zijn. Na een bezoek van de engel van de Heer verandert zijn plan echter radicaal. Hij vertrouwt op God en aanvaardt de opdracht om Jezus’ aardse vader te zijn.
Maar de engel van de HEER riep vanuit de hemel: ‘Abraham, Abraham!’ ‘Ja, ik luister,’ antwoordde hij. ‘Raak de jongen niet aan, doe hem niets! Want nu weet Ik dat je ontzag voor God hebt: je hebt Mij je zoon, je enige, niet willen onthouden.’
Genesis 22:11-12
Een andere vader die Gods opdracht serieus nam, was Abraham. Hij stond zelfs op het punt zijn eigen zoon te offeren. Ontzag voor God gaat voor hem boven alles – maar uiteindelijk wil de HEER het leven, voor zowel vader als kind.
Een van de leiders van de synagoge, die Jaïrus heette, kwam naar Hem toe, en toen hij Jezus zag viel hij aan zijn voeten neer. Hij smeekte Hem dringend: ‘Mijn dochter ligt op sterven; kom haar de handen opleggen om haar te redden en te zorgen dat ze in leven blijft.’
Marcus 5:22-23
Als ouder is er niets ergers dan je kind verliezen. Jaïrus is ten einde raad wanneer zijn dochter op sterven ligt. In zijn wanhoop weet deze vader waar hij zijn hulp moet zoeken. Zijn dochter blijft leven. Maar zelfs al lijkt de dood nu soms te winnen, we mogen erop vertrouwen dat dat nooit het einde is.
Ontzag voor de HEER geeft een krachtig vertrouwen,
Spreuken 14:26
het biedt je kinderen een schuilplaats.
Een vader die zijn vertrouwen stelt in de HEER, geeft daarmee ook zijn kinderen het best mogelijke uitgangspunt: een veilige plek waar ze altijd terecht kunnen, zowel bij hem als bij hun hemelse Vader.
Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat.
Deuteronomium 6:6-7
God liefhebben boven alles, daar draait het om. Niet alleen in je eigen geloofsleven, maar juist ook in de gesprekken die je voert met kinderen. Leef ze die liefde voor, waar je ook gaat. Zo geef je kinderen de beste start op hun eigen weg met God.
Zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen,
Psalm 103:13
zo ontfermt zich de HEER over wie Hem vrezen.
Wat je huidige gezinssituatie ook is, God wil jouw hemelse Vader zijn. Hij nodigt je uit om je aan Hem toe te vertrouwen en wil zich over jou ontfermen zoals niemand anders dat kan.
Bedenk toch hoe groot de liefde is die de Vader ons heeft geschonken! Wij worden kinderen van God genoemd, en dat zijn we ook.
1 Johannes 3:1a
God wil zo dicht bij ons komen, dat we Hem "Abba" (dat is: 'papa’) mogen noemen. Hoe oud, groot of sterk je ook bent, je mag zijn kind zijn. Die band staat eeuwig vast.
… u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te worden – door Hem roepen wij God aan met ‘Abba, Vader’. De Geest zelf verzekert onze geest dat wij Gods kinderen zijn.
Romeinen 8:15b-16
Het beeld van God als vader is belangrijk in veel delen van de Bijbel. Maar het beeld wordt op verschillende manieren gebruikt.