Elke tweede zondag van mei is het moederdag. Voor sommigen een feestelijke en mooie dag vol (zelfgemaakte) cadeaus. Maar voor anderen een moeilijke dag, bijvoorbeeld als je zelf (ongewenst) geen moeder bent geworden, als je moeder is overleden of als jullie relatie onder druk staat. Moederdag heeft eigenlijk niets met de Bijbel te maken, maar er staat in de Bijbel wel veel over moeders.
Hoewel het soms kan lijken alsof vrouwen over het hoofd worden gezien in de Bijbel, spelen ze wel degelijk een belangrijke rol in veel verhalen – soms op de achtergrond, maar soms ook zeker op de voorgrond. Vrouwen worden gewaardeerd en geprezen, net zoals wij dat doen op Moederdag (en hopelijk op nog veel meer dagen).
Maria zei: ‘De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’
Lucas 1:38a
Maria is misschien wel de bekendste moeder in de geschiedenis van de mensheid. Wat moet het voor haar een schok zijn geweest toen ze een engel op bezoek kreeg die haar vertelde dat ze zwanger zou worden. Toch kan haar reactie een voorbeeld zijn voor ons allemaal – moeders en niet-moeders, vrouwen en mannen: ‘De Heer wil ik dienen.’
Toen Jezus zijn moeder zag staan, en bij haar de leerling van wie Hij veel hield, zei Hij tegen zijn moeder: ‘Vrouw, dat is uw zoon,’ en daarna tegen de leerling: ‘Dat is je moeder.’ Vanaf dat moment nam die leerling haar bij zich in huis.
Johannes 19:26-27
Het was Maria al voorzegd dat ze ‘als door een zwaard doorstoken’ zou worden (Lucas 1:35). Als ze haar zoon aan het kruis ziet, worden die woorden werkelijkheid. Jezus laat haar echter niet vereenzamen. Hoewel Johannes haar eigen zoon nooit zal kunnen vervangen, ontstaat er hier toch een nieuwe, unieke band tussen een moeder en een zoon. Ze adopteren elkaar.
Om deze zoon heb ik gebeden, en de Heer heeft mij gegeven waar ik om heb gevraagd. ‘Nu geef ik hem op mijn beurt aan de Heer, voor alle dagen die hem gegeven zijn.’
1 Samuel 1:27-28a
Hanna’s kinderloosheid had haar veel verdriet gebracht. Als God haar dan toch een zoon schenkt, komt ze haar onvoorstelbare belofte na; ze erkent dat haar zoon God toebehoort, en staat hem af aan de Heer. Een daad van geloof en van zelfopoffering, en daarmee misschien wel een daad van ultiem moederschap.
Ik denk vaak aan het oprechte geloof dat jij hebt. Ook je grootmoeder Loïs en je moeder Eunike hadden dat en jij – daarvan ben ik overtuigd – nu ook.
2 Timoteüs 1:5
Geloof is een gave van de Geest (1 Korintiërs 12:9). Tegelijk is het ook iets wat doorgegeven en voorgeleefd kan worden. Een oprecht geloof werkt aanstekelijk, van generatie op generatie.
Ook een vrouw die baart heeft het zwaar als haar tijd gekomen is, maar wanneer haar kind geboren is, herinnert ze zich de pijn niet meer, omdat ze blij is dat er een mens ter wereld is gekomen.
Johannes 16:21
Pijn en vreugde liggen vaak dicht bij elkaar; dat zagen we al bij Maria en Hanna. Ook vandaag de dag kan er rond moederschap en familiebanden zowel verdriet als blijdschap bestaan – van verlies en onvervuld verlangen tot blijde verwachting, en van verbroken relaties tot liefdevolle banden. Wat je situatie ook is, weet dat de pijn tijdelijk is. Als we Jezus terugzien, zal Hij ons een eeuwige vreugde geven die niemand ons kan afnemen (Johannes 16:22).
Kleinkinderen zijn voor grootouders de kroon op hun leven,
Spreuken 17:6
kinderen zijn trots op hun voorouders.
Moeders en oma’s zijn vaak trots op hun kroost, maar andersom kunnen kinderen ook enorm opkijken tegen hun ouders en grootouders. Die liefde is puur en onvoorwaardelijk: gewoon omdat jij mama, papa, oma of opa, oom of tante bent.
Haar kinderen prijzen haar,
Spreuken 31:28-29
haar man bejubelt haar:
‘Veel vrouwen zijn sterk,
maar jij overtreft ze allemaal.’
Veel joodse gezinnen hebben de gewoonte om bij de sabbatsmaaltijd Spreuken 31 uit te spreken. Zo krijgt de vrouw elke week te horen hoe geweldig ze is. Wat een mooi voorbeeld om te volgen: laten ook wij elkaar blijven vertellen dat we elkaar waarderen.
U was het die mijn nieren vormde,
Psalm 139:13
die mij weefde in de buik van mijn moeder.
Hoewel het onze aardse moeder is die ons op de wereld zette, is het God die ons maakte. Hij was vanaf het allereerste begin betrokken bij ons ontstaan en onze groei. Hij liet dat niet zomaar gebeuren, Hij is degene die ons hoogstpersoonlijk vormde en weefde.
Zoals een moeder haar zoon troost,
Jesaja 66:13
zo zal Ik jullie troosten;
in Jeruzalem zul je troost vinden.
God wil voor ons een hemelse Vader én Moeder zijn. Hij wil ons liefhebben, ons troosten en zich over ons ontfermen. Wat er ook gebeurt in onze eigen families, Hij laat ons nooit los.
Tekst en afbeelding: Nederlands-Vlaams BijbelgenootschapMaar zou een vrouw haar zuigeling vergeten,
Jesaja 49:15
zich niet ontfermen over het kind dat zij droeg?
Zelfs al zou zij het vergeten,
Ik vergeet jou nooit.