Jezus verpakte zijn boodschap aan de mensen in verhalen. Korte verhalen, gegrepen uit het dagelijkse leven die een les bevatten. In dit verhaal gaat het om de vraag hoe je uitkijkt naar de toekomst van God.
In dit verhaal wordt het komende rijk van God vergeleken met een bruiloft. En de vraag is: leef je er echt naar toe? Het staat in het bijbelboek Matteüs 25:1-13.
Jezus staat op het punt afscheid te nemen van zijn vrienden om terug te gaan naar zijn Vader in de hemel. Zijn vrienden hadden hem gevraagd wanneer Jezus weer terug zou komen en wat er dan zou gebeuren. Met dit verhaal maakt Jezus duidelijk dat het misschien langer kan duren dan verwacht en dat het daarom verstandig is om goed voorbereid te zijn op zijn terugkomst.
Dan zal het met het koninkrijk van de hemel zijn als met tien meisjes die hun olielampen hadden gepakt en erop uittrokken, de bruidegom tegemoet. Vijf van hen waren dwaas, de andere vijf waren wijs. De dwaze meisjes hadden wel hun lampen gepakt, maar geen extra olie. De wijze meisjes hadden behalve hun lampen ook olie in kruiken bij zich. Omdat de bruidegom op zich liet wachten, werden ze allemaal slaperig en dommelden ze in. Midden in de nacht klonk er luid geroep: “Daar is de bruidegom! Kom, ga hem tegemoet.” Dat wekte de meisjes en ze brachten hun olielampen in orde. De dwaze meisjes zeiden tegen de wijze: “Geef ons wat van jullie olie, want onze lampen gaan al uit.” De wijze meisjes antwoordden: “Nee, straks is er nog te weinig voor ons en jullie samen. Zoek liever een verkoper en koop zelf olie.” Terwijl zij op olie uit waren, arriveerde de bruidegom, en zij die klaarstonden gingen met hem naar binnen voor het bruiloftsfeest, waarna de deur gesloten werd. Enige tijd later kwamen ook de andere meisjes. Ze riepen: “Heer, heer, laat ons binnen!” Maar hij antwoordde: “Ik ken jullie werkelijk niet.” Wees dus waakzaam, want jullie weten niet op welke dag en op welk tijdstip hij komt.
Volgens de gewoonte in die tijd werd de bruid op de avond voor de eigenlijke huwelijkssluiting naar het huis van de bruidegom gebracht. Daarbij werd de bruid vergezeld door een hele groep bruidsmeisjes (hier wordt van tien meisjes melding gemaakt). Op het moment dat de bruid samen met de bruidsmeisjes bij het huis kwamen, was de bruidegom er sms niet. Hij was dan ergens anders bezig met voorbereidingen voor de bruiloft die wel een week in beslag nam. Daarbij kon het dan - net als in dit verhaal - langer duren dan verwacht voordat de bruidegom daadwerkelijk arriveerde.
Maar wanneer hij dan tóch kwam, in het gezelschap van een aantal vrienden, dan kwamen de bruidsmeisjes met feestelijke lichten uit het huis gelopen om de bruidegom binnen te halen. Op het moment dat iedereen binnen was, begon het feest.
Voor iedereen? Nee, niet voor iedereen. In het verhaal van Jezus waren er vijf meisjes die olie hadden meegenomen om hun lampen te kunnen aansteken als de bruidegom later zou komen dan ze verwachtten. De andere vijf meisjes hadden daar de moeite niet voor genomen. Het leek alsof alle meisjes klaar waren om de bruidegom feestelijk binnen te halen, maar toen hij later arriveerde, bleek dat de vijf dwaze meisjes niet echt waren voorbereid. Het gevolg was dat de bruidegom alleen de vijf wijze meisjes meenam naar het grote feest.
Net als veel verhalen wijst Jezus hier zijn luisteraars op het feit dat er in deze wereld heel veel schijn is, heel veel 'wat er op lijkt, maar het niet is'. Alle meisjes leken enthousiast over het feest dat zou komen, maar slechts de helft was er ook op voorbereid.
Zo zegt Jezus hiermee dat er in deze wereld ook veel mensen zijn die enthousiast lijken over Jezus en welke boodschap hij bracht. Toch wordt op termijn de schijn ontmaskerd.
Aan het einde van het verhaal roept Jezus zijn luisteraars op waakzaam te zijn. Als je bedenkt dat olie in de Bijbel vaak een beeld is van de Heilige Geest, staan de wijze, waakzame meisjes voor mensen die de Heilige Geest hebben ontvangen door het geloof in Jezus. De anderen meisjes lijken in alles op hen - maar het essentiële missen ze.
Het feest waar ze naar toe gaan, wordt omschreven als het Koninkrijk van de hemel, dat vanuit de hemel op de aarde neerdaalt. In dat koninkrijk wordt werkelijkheid wat God voor ogen heeft: Heb de ander lief, in daden en woorden. Geef aan de armen, zorg voor de zieken, omarm de verstotenen. Zo gaat het er aan toe in het koninkrijk dat aanbreekt als Jezus terugkomt.
Zou Jezus met dit verhaal willen aanduiden, dat als je werkelijk dat koninkrijk verwacht, als je echt uitziet naar Jezus, je leven al wat kenmerken van dat koninkrijk vertoont? Niet omdat het moet, maar omdat je er innerlijk toe gedreven wordt? Omdat je door Jezus geïnspireerd en door zijn Geest geleid wordt?
Deze wereld gaat niet als een nachtkaars uit. Het einde, de terugkomst van Jezus, zal het begin zijn van het grote herstel van deze wereld. Een feest als nooit tevoren waarin iedereen verwelkomd wordt die wijs is - die in Jezus gelooft en verlangt te handelen in de geest van Jezus.